Moderniseren zonder Cloud lock-in
De verleiding én valkuil van publieke Cloud
Moderniseren betekent in veel organisaties: sneller ontwikkelen, eenvoudiger opschalen en IT als een dynamisch verlengstuk van het businessmodel inzetten. Voor veel bedrijven begint die beweging richting de publieke Cloud. Diensten zoals Microsoft Azure, Amazon Web Services en Google Cloud Platform bieden een schijnbaar eindeloze hoeveelheid tools en rekenkracht waarmee ontwikkelteams snel aan de slag kunnen. Het is dan ook niet vreemd dat publieke Cloud omgevingen vaak het startpunt vormen voor digitale transformatietrajecten.
Maar achter die belofte schuilt een groeiende afhankelijkheid die lastig is terug te draaien. De term 'Cloud lock-in' verwijst naar de situatie waarin organisaties onbedoeld vast komen te zitten aan één Cloudprovider technologisch, contractueel en operationeel. Dat begint vaak klein: een specifieke PaaS dienst, een storage API, een securitymodel dat diep verweven raakt met je IAM-structuur. Maar naarmate de tijd verstrijkt, wordt het moeilijker om over te stappen of bepaalde onderdelen van je omgeving elders onder te brengen. Die afhankelijkheid is zelden strategisch gekozen, maar groeit als een bijeffect van gemak.
Technisch gezien ontstaat lock-in op verschillende lagen. Denk aan serverless toepassingen waarbij je afhankelijk wordt van een specifieke runtime, of storage die enkel benaderbaar is via Cloud specifieke API’s. Ook CI/CD pipelines, monitoringplatforms, IAM-structuren en back-upmechanismen zijn vaak sterk gekoppeld aan de native tooling van de Cloudprovider. Die diensten maken het platform aantrekkelijk maar ook allesomvattend. Zodra je organisatie, processen en ontwikkelteams zich volledig aanpassen aan dat ecosysteem, wordt migratie niet alleen een technische uitdaging, maar ook een organisatorische en financiële.
Die afhankelijkheid raakt in toenemende mate een gevoelige snaar bij organisaties die privacygevoelige data verwerken, zoals in de zorg, het notariaat of financiële sector. Niet alleen vanwege regelgeving zoals AVG en NIS2, maar ook omdat de datalocatie, eigendom en jurisdictie vaak buiten de directe invloedssfeer van de organisatie vallen. Amerikaanse providers vallen onder de Cloud Act en kunnen dus onder voorwaarden worden verplicht data beschikbaar te stellen aan Amerikaanse instanties, zelfs als die data fysiek in Europa staat.
Moderne IT-omgevingen vragen dus om flexibiliteit en schaalbaarheid, maar niet ten koste van controle. Het is daarom essentieel om bij elke stap in je moderniseringsstrategie te overwegen: is dit nog verplaatsbaar? Blijven we eigenaar van onze data? En kunnen we onderdelen migreren of uitfaseren zonder opnieuw te hoeven beginnen? Deze vragen zijn de basis van een bewuste, toekomstbestendige IT-strategie.
Architectuurkeuzes die je vrijheid bepalen
De keuzes die je maakt in de opbouw van je Cloudinfrastructuur bepalen in hoge mate je flexibiliteit later. Het begint bij de laagste infrastructuurniveaus. Kies je voor virtuele machines in een IaaS-omgeving, dan behoud je doorgaans meer vrijheid. Je beheert zelf het besturingssysteem, de softwarestack en het deployment model. Verplaatsbaarheid is daardoor eenvoudiger, zolang je standaardisatie toepast in configuratiebeheer en automatisering.
Een stap hoger, bij gebruik van PaaS diensten, neem je veel voordeel af van de Cloudprovider, denk aan automatische schaling, onderhoudsvrije databases, event-gedreven architectuur en managed identity. Maar die voordelen komen met een prijs: deze diensten zijn vaak ontworpen rond closed interfaces en interne afhankelijkheden. Een overstap naar een andere omgeving betekent in veel gevallen dat je de applicatie moet herontwerpen.
Ook opslag speelt hierin een grote rol. Storage in publieke Cloud wordt vaak aangeboden via Cloud specifieke formaten of toegangslagen: object storage via S3 API’s, managed disks met specifieke lifecycle policies, of blob storage die enkel via SDK’s van de Cloudprovider bereikbaar is. Deze formats zijn zelden 1-op-1 te migreren naar een andere omgeving. Daarnaast zijn back-upmechanismen in cloud platforms vaak geoptimaliseerd voor hun eigen infrastructuur. Denk aan snap shotting via interne services, of restore methoden die alleen werken binnen hetzelfde platform. Daarmee wordt back-up niet alleen een operationele afhankelijkheid, maar ook een strategische.
Ook de monitoring- en beheertools verdienen aandacht. Veel organisaties bouwen hun observability-structuur volledig rond tools als Azure Monitor, AWS CloudWatch of GCP Operations Suite. Die integreren diep met logging, metrics en alerting, maar zijn niet overdraagbaar. Bij een exit-strategie moet je opnieuw tooling inrichten, agenting deployen en dashboards herbouwen. Dat is niet alleen tijdrovend, maar verhoogt ook het risico op zichtbaarheidsverlies tijdens een transitie.
Daarom is het verstandig om, waar mogelijk, te kiezen voor abstraherende lagen: containerplatforms die op meerdere infrastructuren draaien, monitoringtools die platformonafhankelijk zijn, en identity-systemen die niet afhangen van één cloud IAM-structuur. Op die manier houd je de vrijheid om te migreren of hybride modellen te hanteren wanneer de strategische richting dat vereist.
Moderniseren met grip en schaalbaarheid
Het goede nieuws is dat modernisering niet per se betekent dat je je aan één Cloudplatform hoeft te binden. Ook buiten de publieke Cloud zijn er volwassen, schaalbare omgevingen beschikbaar waarin je applicaties en infrastructuur beheerd kunt moderniseren. Met virtualisatieplatforms zoals VMware of Proxmox, gecombineerd met moderne automatiseringstools, kun je workloads draaien die net zo flexibel zijn als in de Cloud maar dan in een gecontroleerde omgeving.
Zo kun je applicaties containeriseren met Kubernetes of Docker op een private infrastructuur, CI/CD pipelines draaien met Jenkins of GitLab, en monitoring inrichten met Prometheus, Grafana of Zabbix. Deze toolchains zijn niet gebonden aan een specifieke Cloudprovider en geven je de vrijheid om workloads lokaal, in een datacenter of in een hybride opstelling te draaien. Je behoudt controle over waar je data staat, welke software je draait en hoe je updates en back-ups uitvoert.
Ook storage hoeft geen beperking te zijn. Door gebruik te maken van gescheiden storage-architecturen kun je onderscheid maken tussen performance storage en archief storage. Dit maakt het mogelijk om efficiënt om te gaan met resources, kosten te beheersen én voorbereid te zijn op groei. Hetzelfde geldt voor back-up en disaster recovery: door een back-upstrategie te hanteren die losstaat van de cloudprovider, houd je grip op retentie, herstelprocedures en compliance. Denk aan dagelijkse back-ups naar een gescheiden omgeving, replicatie tussen datacenters en periodieke hersteltesten allemaal onder eigen beheer.
Een beheerde infrastructuur in Nederland met voorspelbare kosten, vaste supportkanalen en duidelijke datalocatie kan daarmee een realistisch alternatief zijn voor publieke XCloud, zeker voor organisaties die waarde hechten aan compliance, transparantie en technische grip. Het is geen terugkeer naar vroeger, maar een bewuste keuze voor een moderne, beheersbare IT-omgeving.
Een exit-strategie is óók modernisering
Echte modernisering betekent dat je niet alleen naar wat je nú nodig hebt kijkt, maar ook naar wat er morgen kan veranderen. Cloud lock-in wordt vaak pas een probleem wanneer je businessmodel verandert, je moet voldoen aan nieuwe wetgeving, of wanneer kosten onverwacht stijgen door groeiende datavolumes of gebruikspieken. Dan blijkt pas hoe flexibel je omgeving écht is.
Een exit-strategie is geen zwaktebod, maar juist een teken van volwassenheid. Het laat zien dat je infrastructuur toekomstbestendig is. Dat je migratiekosten beheersbaar houdt, risico’s kunt inschatten en niet afhankelijk bent van contractuele, technische of juridische beperkingen. Die vrijheid geeft ruimte om te groeien op je eigen voorwaarden.
Bij het opzetten van een moderne infrastructuur loont het dus om te investeren in standaardisatie, platformonafhankelijke tools en diensten die je kunt beheren of verplaatsen zonder volledig te herstructureren. Werk met open standaarden, houd back-ups buiten het Cloudplatform, kies voor infrastructuur die inzichtelijk is en schaalbaar blijft zonder dat je afhankelijk wordt van verborgen licentiemodellen of vendor-specifieke APIs.
Moderne IT draait niet om maximale Cloud niveaus, maar om maximale controle over je keuzes. Wil je weten hoe jouw IT-omgeving zich kan moderniseren zonder onnodige afhankelijkheid, of ben je benieuwd naar de mogelijkheden voor gecontroleerde schaalbaarheid en betrouwbare back-up buiten de publieke Cloud? Neem dan gerust contact met ons op. We denken graag met je mee over grip, flexibiliteit en toekomstbestendigheid.